Jan Mars
redactie, productie en bewerking
van teksten, woorden en taal
|
De geschiedenis van de atletiek, deel 1
Kogelstoten
Zoals veel takken van de atletiek
heeft het kogelstoten een militaire
achtergrond. De oorsprong van deze tak van sport ligt in de
Middeleeuwen, en wel op het noord-Franse platteland.
De ontdekking van het buskruit in de periode rond het jaar 1000 had
niet alleen verstrekkende gevolgen voor zowel aanvallers als
verdedigers van burchten, kastelen en steden, ze
leidde ook tot een keur aan nieuwe functies, rangen en opleidingen in
de legerkorpsen. Naast
boogschutters, lanseniers, ruiters, pekkokers, ondermijners,
tunnelgravers, schildknapen, marketentsters en acrobaten
voor de broodnodige ontspanning tussen de veldslagen, was er, zo
begrepen de legerleidingen al spoedig, voor
dit nieuwe wapen, het kanon, behoefte aan laders, richters,
lontontstekers, ragers, en natuurlijk smeden.
De inspanningen van al deze beroepsbeoefenaars ten spijt duurde het nog
vele decennia voordat het kanon een werkelijk betrouwbaar moordwapen
was. Die ontwikkeling ging met vallen
en opstaan, waarbij als prettige bijkomstigheid allerlei
nevenuitvindingen werden gedaan die het
dagelijks leven in de schaarse tijdperken van vrede konden
veraangenamen.
Zo leidde verfijning van de techniek van het verpulveren van buskruit
tot de ontwikkeling van de koffiemolen, bleken de hefbomen die bij het
richten werden gebruikt ook handig bij
de bediening van de overtoom, en stimuleerden de gebruikte kanonskogels
de ontwikkeling van het
slingeruurwerk.
Het leven van de kanonnier was in die roerige beginjaren overigens geen
pretje. Het kanon kon niet behoorlijk gericht worden, zakte bij gebrek
aan rupsbanden in de modder of kon
wegens de afwezigheid van remmen de heuveltoppen niet verlaten; ook
kwam het voor dat kanonnen door
onvoorzichtige behandeling of inferieur smeedwerk scheurden, of dat ze
door gebrekkige logistiek en planning te
krap bleken voor de kogels. Kortom, het vroege kanon deed het vaker
niet dan wel.
Om de vijand er toch van te weerhouden stadsmuren te beklimmen,
begonnen de kanonniers alternatieve technieken te ontwikkelen. Het lag
voor de hand dat de kanonskogels
daarbij een rol gingen spelen, Immers, ook zonder kanon heeft een kogel
een opzienbarend effect op het menselijk
lichaam.
Zo ontstond het kogelstoten, in de praktijk, als het ware op de
stadsmuren, waar men ontdekte dat het werpen van de kogels niet het
gewenste resultaat had, maar dat met stoten een
alleszins redelijke afstanden overbrugd konden worden. In de
massaliteit van de aanval ontdekte men vanzelf dat
mikken geheel overbodig was: het bleek zelfs bijna onmogelijk een kogel
zodanig te stoten dat géén
vijandelijke soldaten getroffen werden.
Door technologische ontwikkelingen zijn hedendaagse vuurwapens
betrouwbaarder, de aerodynamica veranderde de vorm van de kogel. Toch
leeft het kogelstoten voort, als
onderdeel van braderieën en atletiekwedstrijden. Zo wordt eer bewezen
aan de dappere kanonniers,
die indertijd uit bittere noodzaak zo sterk hebben bijgedragen aan de
ontwikkeling van deze boeiende tak van sport.
2007/6
| |